Woorden uit de Tanzaniaanse Riftvalley
Vorig jaar moest ik voor het eerst sinds 1987 een jaar veldwerk overslaan. Corona. Maar in Tanzania lijkt het wel alsof er geen corona is: geen volle ziekenhuizen, mensen merken niets van de epidemie. Wat is het heerlijk om weer in Afrika te zijn en te genieten van de levensvreugde van de mensen.
Rondreizen
Voorgaande jaren deed ik meestal grammaticaal veldwerk naar één taal, op één plaats. Dan is veldwerk, zoals Larry Hyman het beschrijft, een “state of mind”: ieder moment van de dag ben je bezig met taalpuzzels in je hoofd en alle mogelijkheden voor antwoorden bevinden zich om je heen. Deze keer doe ik onderzoek naar verschillende talen, voor mijn project LHEAF over de talige geschiedenis van Oost Afrika.
Ik wil met name de taalgeschiedenis van Rangi en Mbugwe achterhalen, twee Bantoetalen omringd door andere taalfamilies. Ze worden vaak als nauw verwant gezien, maar dat lijkt vooral ingegeven door het feit dat de omringende talen zo anders zijn. Masele heeft in zijn proefschrift over de Bantu-F30-talen laten zien dat ze in lexicon behoorlijk verschillen. Om de bestaande reconstructies te versterken moet ik ontbrekende woorden opvragen en woorden verzamelen voor semantische velden zoals familierelaties en planten. Veel reizen dus.
Magugu
Ik begin in Magugu, een snelgroeiend stadje aan de grote weg in Mbugwe-gebied. Het doel is de verschillen die Masele gevonden heeft te controleren: Bestaat het Rangi-woord echt niet? Of bestaat het wel, maar in een andere betekenis? Of was er misschien een misverstand bij Masele’s informant? Veel verschillen vallen zo weg, maar er blijven er ook behoorlijk wat over. Mijn informant is Shishe, die eigenlijk in Dodoma (een dag reizen verwijderd) woont en werkt aan de vertaling van de bijbel naar het Mbugwe. Shishe kent mijn boek A Grammatical Sketch of Mbugwe en is erg enthousiast dat hij de auteur in levende lijve ontmoet.
Haubi
Na wat omzwervingen en ander werk kom ik in Haubi, het traditionele centrum van de Rangi. Het is een uitgestrekt dorp of een gebied eigenlijk, heel landelijk; ik kom er voor het eerst. We kunnen verblijven bij de pastoor. Er staat een enorme kerk omringd door cipressen die nog is gebouwd door de Italiaanse missie, de oudste kerk van de regio. Maar de bevolking is in overgrote meerderheid moslim.
We hebben er ons eigen kantoortje, waar mijn collega Ahmed Sosal en ik tegelijk met twee Rangi-sprekers werken. Ahmed verzamelt informatie over bomen: naam, uitleg van de naam, gebruik, waar het voorkomt, of het tot een soort hoort (voor de Rangi). En tegelijk aan dezelfde tafel doe ik met een andere spreker wat ik ook in Magugu deed voor het Mbugwe.
Op de derde en laatste dag tekenen we een versie van de orale geschiedenis op die zegt dat de Rangi oorspronkelijk uit West Kilimanjaro kwamen en toen via Mbugwe-gebied naar het gebied rond Haubi zijn gekomen en daar de Nyaturu ontmoetten. Deze orale geschiedenis klopt aardig met de het feit dat een deel van het afwijkende lexicon overeenkomt met dat van het Chaga in Kilimanjaro en een ander (groter) deel met F30-talen zoals Nyaturu.
Hergroepering van talen voor een nieuwe ethnische eenheid
Er zijn andere oorsprongsmythes van de Rangi die het Victoriameer als oorsprongsgebied van de F30-talen noemen. De orale geschiedenis verschilt per clan. De verschillende bronnen van het lexicon duiden op wat zo vaak gebeurd moet zijn, namelijk een hergroepering van verschillende groepen met verschillende talen. Als die talen op elkaar lijken, zoals bij de Bantoetalen het geval is, levert dat een moeilijk te ontwarren kluwen van taalveranderingen op. Door preciezer naar de details te kijken lijkt dat ontwarren toch te lukken. Waar geschiedkundigen en antropologen graag benadrukken dat de “stam” een koloniale creatie is, zien taalkundigen taalgemeenschappen die wel degelijk elk hun eigen taalnormen hebben.
En om de sociale veranderingen in het gebied te reconstrueren heb ik de kinshipterminologie verzameld overal waar we waren. Zo zijn de Rangi matrilineaal, terwijl ze zich bevinden in een gebied dat vooral patrilineaal is. Een Rangi vrouw die buiten de stam trouwt beschouwt haar kinderen als Rangi. Als een Rangi man buiten zijn groep trouwt beschouwt zijn vrouw hun kinderen als Rangi. Dit versterkt de groei en dominantie van de Rangi.
Aan alles komt een eind, helaas ook aan coronavrij veldwerk met vrolijke mensen in een heerlijk klimaat. Na zeven weken is het weer even wennen maar gelukkig ebt hier de corona ook weg en laat de zon zich weer zien.