leidenlanguageblog

Sommaren är kort / Det mesta regnar bort … Veel reflectie

Sommaren är kort / Det mesta regnar bort …

Liesbet Winkelmolen vertelt over een bijzondere uitwisseling met collega’s uit de internationale neerlandistiek.

We gaan wel vaker op uitwisseling om gastcolleges te geven, collega’s te ontmoeten of (oud-) studenten te bezoeken en ook op congressen komen we elkaar wel tegen, maar dit was toch anders. In het kader van Erasmus-staff-mobility waren we een paar dagen bij elkaar aan de Freie Universität en richtten ons vooral op lesgeven: we wisselden methodes, lessen en praktijken uit en, heel belangrijk, we namen uitgebreid de tijd om daar op te reflecteren.

Tekst voorlezen bij schilderij
Liesbet Winkelmolen

Creatief schrijven in het museum

Soms waren er studenten Nederlands van onze gastvrouw bij, bijvoorbeeld in de Gemäldegalerie. Collega Julia uit Wenen liet ons daar eerst nadenken over tekstdoelen en tekstsoorten, waarna wij in koppels een tekst schreven geïnspireerd door een Nederlands of Vlaams schilderij uit dat museum. Tijdens de rondleiding die volgde, las ieder koppel staand voor dat schilderij de tekst voor en vervolgens gaf de gids kunsthistorische uitleg.

Ik vond dit een prachtig voorbeeld van een les buiten het klaslokaal. Door zelf mee te doen, ervoeren we het effect van de opdracht, tegelijkertijd zagen we hoe studenten ermee aan de slag gingen en hoorden we het resultaat. In de reflectie achteraf vertelde de collega over haar aanpak en haar ervaringen met dit soort opdrachten. Met deze opdracht komt het creatief schrijven eens aan de orde in het lesprogramma, waardoor studenten zich van heel andere kanten kunnen laten zien.

Spel in de taalles?

De Leidse bijdragen van Myra Arends en mij, allebei docent bij Dutch Studies, spitsten zich toe op het gebruik van spelvormen in de taalvaardigheidsles. Anders dan sommigen denken, moet ‘leuk’ nooit het eerste doel zijn voor het gebruik daarvan. Natuurlijk kan het doel van een les spelvormen afdwingen en natuurlijk is het goed om motiverende ‘leuke’ elementen op te nemen, maar lang niet altijd is de spelvorm de beste optie.

De door mij gemaakte ‘mystery-game’ Waar was Willy? is speciaal voor taalleerders op niveau B1. Door verschillende tekstsoorten te lezen en te luisteren, en alleen door actief samen te werken en te overleggen (er is een zogenaamde ‘information-gap’) kunnen de studenten het raadsel van dit spel oplossen. En passant leren mijn Leidse studenten wat plekken in Leiden kennen, maar dat was voor de studenten in Berlijn minder relevant. Ik heb dit spel inmiddels al een paar jaar met studenten gespeeld, maar het oog van ervaren collega’s heeft mij echt goede tips voor verbeteringen opgeleverd.

Myra drukte ons maar weer eens op de feiten met haar vragen “hoe belangrijk vind je een goede verstaanbaarheid van je studenten?” (héél belangrijk) “en hoeveel aandacht besteed je eraan in je lessen?” (euh….. tsja….). Gelukkig gaf zij meteen handvatten en tips om daar wat aan te doen, inclusief spelvormen. Na afloop ontstonden interessante discussies. Anders dan wij bij Dutch Studies hebben onze collega’s uit Wenen, Stockholm en Berlijn bijna alleen studenten met dezelfde moedertaal. Bovendien hebben twee van hen zelf op latere leeftijd Nederlands geleerd en spreekt de derde Vlaams. Dat gaf allerlei visies op verstaanbaarheid en al dan niet acceptabele variaties in uitspraak en hoe daarmee om te gaan in de lessen. Leerzaam!

Waar was Willy
'Waar was Willy?'

Een nieuwe taal

En dat Zweedse liedje (Sommaren är kort / Det mesta regnar bort …)? Dat leerden we van Annika. Zij liet ons ervaren hoe het ook alweer is om een nieuwe taal te leren. Hoe moeilijk en frustrerend soms, maar hoe leuk tegelijkertijd. Als echte studenten keken we bij elkaar af, waren we trots en werden we heel erg moe. En het effect van herhaling is maar weer eens onomstotelijk duidelijk geworden: deze twee regels Zweeds vergeet ik voorlopig niet meer!

Wij waren in Berlijn met een Erasmus+ beurs.